J.C. Bloem is vooral bekend van de regel ‘Domweg gelukkig, in de Dapperstraat’. Het gedicht ‘De Dapperstraat’ is dubbelzinniger dan de bekende regel suggereert. Zoals je ‘Sinterklaas kapoentje’ anders verstaat, wanneer je weet dat een kapoen een gecastreerde haan is, zo lees je dit gedicht anders wanneer je weet dat de Dapperstraat in het Amsterdamse stadsdeel Oost-Watergraafsmeer ‘een wat saaie, gore straat’ (Bloem-vertaler James Brockway) was. Veel van Bloems gedichten zijn echter (nog) neerslachtiger van toon. Een mooi voorbeeld is ‘Het einde van ’t jaar’, dat bij uitstek geschikt is om op de kerstkaart te schrijven:
het einde van ’t jaar
De dagen tussen Kerstmis en nieuwjaar
Zijn van een druk, die niet meer is te ontvlieden:
Van al de ellende der vergane zwaar
En zonder hoop op wat de aanstaande bieden.En er is niets wat nog vertroosting heeft
Dan één gedachte in deze doodse tijden:
Wat ook het latere te lijden geeft –
Al wat men leed kan men niet weder lijden.Men staart door hoe lang al dezelfde ruit
Naar smeltend ijs en mist en grauwe landen;
Men doet het licht aan, sluit de wereld uit
En voelt nog meer de klem der kamerwanden.
(Uit de bundel De nederlaag, in: J.C. Bloem. Verzamelde gedichten. Amsterdam: Athenaeum – Polak 1986)
UPDATE 30-12-2009: mijn collega Jos maakte me er op attent dat de Dapperstraat niet in de polder Watergraafsmeer ligt (maar wel er vlak bij). De bewering op wikipedia dat de straat in het stadsdeel Oost-Watergraafsmeer ligt, moet blijkbaar zo gelezen worden dat deze in het stadsdeel ligt dat een samenvoeging is van voormalige stadsdelen Oost en Watergraafsmeer en niet in het Oosten van de Watergraafsmeerpolder. Leestekenverwarring!