Vanaf de Willemskade transporteert partyschip Gemini de bezoeker in zo’n 20 minuten naar de onderzeebootloods. Het doel van het transport is de bezoeker te voorzien van een beleving van een boottochtje in een zomerse vakantie. De afstand tot de stad maakt dat de weerspiegeling van de zon en wolken in het glas van de Rotterdamse hoogbouw de bezoeker bestempelt met een indruk van plezier uit de herinnering aan Tati’s Playtime. De enorme kranen en stapels containers schotelen hem een esthetisch lijnenspel voor. Ter verhoging van het vakantiegevoel wordt een overbodige en verwarrende extra lus gevaren.
Bij aankomst kanaliseren pijlen de kleine stroom bezoekers naar de voormalige onderzeebootloods, waar de bezoeker meent dat z’n bezoek aan de door Museum Booijmans bestelde tentoonstelling Infernopolis van werken uit Atelier Van Lieshout (AVL) pas begint. De tentoonstelling is in vier delen over de immense hal uitgespreid:
- The Technocrat
- System and Organs
- Cradle to Cradle
- New Sculptures (en wel twee in aantal – deze laat ik onbesproken)
1. The Technocrat
De installatie The Technocrat stelt een gesloten circuit voor waarin mensen gehouden worden. De ‘deelnemers’ zouden door alcohol versuft hun dag door brengen in een stellage van stapelbedden. Driemaal daags krijgen zij voedsel toegediend en vervolgens worden zij met een vacuümpomp leeggezogen. De onttrokken excrementen worden omgezet in biogas, waarmee het voedsel wordt bereid. Het is kortom een duurzaam, bio-industrieel systeem voor het houden van mensen.
De gruwel die de aanblik van zo’n systeem zou kunnen oproepen wordt geneutraliseerd doordat het systeem niet aangesloten is en derhalve niet in bedrijf is (en niet kan zijn). Bovendien is het geheel in vrolijke, primaire, my-first-sony kleuren geverfd. Ook zijn er humoristische elementen in de installatie verwerkt. Zo is er een Modular Multi-Woman Bed voorzien van omgekeerde flessen alcohol aan de bedposten. De kinderen die sommige bezoekers hadden meegebracht klommen er enthousiast in. De opstelling met de vacuümpomp heet Arschmänner. Het is een gruwelijk concept: een gesloten systeem waarin mensen als exploitatie-vee zijn opgenomen. Maar de opstelling, de kleuren en de humor maakt het gruwelijke, in-your-face concept tot iets licht komisch.
De cultuurpessimist ziet meteen een vergelijking met de moderne industriële maatschappij, hoewel zij (nog) geen ecologisch verantwoord systeem is, waar de mens te werk gesteld is als functie binnen een groter systeem, terwijl hij in z’n vrije tijd versuft wordt door entertainment (de hypnose van de tv, de kleine sociale pleziertjes van de sociale media). De keten en zijn onaangename kanten blijven in dit systeem verborgen. Bij de supermarkt ligt het vlees in op de wensen van de consument toegesneden porties in geruststellend gekleurde bakjes; de bio-industriële keten (en zijn gruwelen) erachter wordt verhuld. Bij de kledingwinkel ligt dat hippe hempje in een gestileerde setting voor een lage prijs; de brandstofdampen van het schip, de sweatshop van de naaisters, de kromme ruggen van de kantoenplukkers, blijven buiten beeld. Waar in ons economisch systeem de keten zich op de achtergrond houdt, en soms moedwillig verborgen, daar brengt AVL het naar voren. En wel op een licht komische, niet erg gruwelijke manier.
2. System and organs
Dezelfde werkwijze zien we terug in het tweede deel. Organen uit het menselijk lichaam zijn uitvergroot tot het groteske en omgezet in een leefruimte: het darmenstelsel als bar (BarRectum, de anus is de nooduitgang), de baarmoeder als wooneenheid (Wombhouse), de romp van een vrouw als café (BikiniBar, ingang via een beenstomp), een paarse spermacel als een soort kraampje (Darwin, onder de straat steken ledematen, hoofden en rompen uit). Door het gebruik van schuim ogen de werken organisch.
Hoe vaak besef je dat achter die fraaie menselijke huid een stelsel van organen, bloed, aderen, etc. kolkt – bij jezelf en anderen? Organen die er buitenaards en verontrustend uitzien. Bij AVL krijgen ze echter een aangenaam kleurtje en een grappige bestemming. Het verontrustende wordt ook hier geneutraliseerd, zonder het echter te verhullen.
3. Cradle to cradle
In het derde deel past AVL het cradle2cradle-beginsel (echt re-cyclen ipv down-cyclen) toe op het menselijke lichaam en zijn organen. De opstellingen zijn een combinatie tussen een operatiekamer en een abattoir. De uitvoering is in dezelfde stijl als het tweede gedeelte, maar zonder het komische accent en daardoor wel enigszins weerzinwekkend (zeg maar, niet geschikt voor kinderen), hoewel de witte kleur het ergste wegneemt.
Wat is het verontrustende?
Wat is er het verontrustende? Het cradle2cradle-systeem, mits niet toegepast op mensen, is een uitstekende ontwikkeling. Een duurzaam gesloten circuit is te prefereren boven verspilling en milieuvervuiling. En zijn wij de organen niet de onze?
Het verontrustende is dat de mens in een gesloten systeem wordt opgenomen en dat de mens zelf ook zo’n organisch systeem is. Wat is daaraan verontrustend?
Net als over de organen in ons lichaam, hebben we over een gesloten systeem geen controle. We kunnen het niet sturen en beheersen. Ook al wordt de ziel, de geest, het bewustzijn, het brein of hoe je het ook noemen wilt gezien als het sturende beginsel van het lichaam, je hebt over je organen geen controle. Je kunt niet je lever aan of uit zetten, noch je darmen langzamer of sneller laten werken. Daarnaast zijn we, met ons lichaam, deel van een veel groter systeem. Ons zijn, bijvoorbeeld op het werk, wordt een functioneren genoemd. Functioneren is werken binnen een groter geheel, waarin je de input van een ander omzet in output, die weer input is voor iets anders. Jouw doel (een deadline halen) is een middel voor een ander (met de opgeleverde webwinkel spullen verkopen). In elke stap van de keten staat een mens aan het roer. Zulke systemen worden dan ook cybernetische systemen genoemd (van Gr. kybernētēs – stuurman), systemen van sturing. Maar niemand heeft het geheel onder controle, iedereen is deel van het systeem en wordt door het systeem gestuurd. De mens is zowel stuurman als bestuurde.
Stuurman en bestuurde
Het werk van AVL neemt expliciet de mens als onderwerp van de systemen. Het roept de vraag op naar de dubbelzinnigheid van de mens als stuurman en bestuurde. Het beeld dat ons wordt voorgehouden dat we heer en meester van de natuur zijn en de realiteit dat we vooral de bestuurde lijken. In de bekende (neo)marxistische analyses wordt gezocht naar de boze bestuurders (de kapitalisten, de internationale bedrijven, de machten van het Empire) en opgeroepen om de bovenbouw omver te werpen en om de orde om te keren, zodat andere bestuurders over de systemen controle krijgen. De logica van controle blijft echter in tact; het systeem draait door. De filosoof die heeft nagedacht over de dubbelzinnigheid van de mens binnen de moderne techniek en die daarbij verder is geraakt dan de (neo)marxisten is Heidegger.
In zijn voordracht Die Frage nach der Technik (1953) komt Heidegger tot de conclusie dat de moderne techniek niet louter een instrument in handen van de mens is. Het is niet louter een middel voor een doel, omdat het alles op een bepaalde manier te voorschijn brengt (zelfs zo opeist), namelijk als functie, als middel voor een doel. De moderne techniek is niet louter een instrument, maar een wijze van denken die je niet naar believen kunt afleggen en aannemen. Het heeft je reeds aangesproken en geclaimd. De verhouding van de mens tot de techniek is daarom niet louter die van stuurman of bestuurde, maar je beantwoordt aan de aanspraak die het wezen van de techniek op je doet. Heidegger voorzag dat de confrontatie met de techniek zou plaatsen vinden in de kunst. Of deze verwachting zal uitkomen kan ik (nog) niet te zeggen. Wellicht dat het werk van AVL daarin een rol kan spelen: het toont het op een plastische wijze de plaats van de mens binnen een technisch systeem. Een plaats die botst met het overgeleverde begrip van de mens als autonoom, rationeel subject en daarop kan nopen tot een herbezinning op het wezen van de mens.