Houellebecq, Soumission (Onderworpen) (2)

Houellebecqs boek Soumission (Onderworpen) zou een pro-Le Pen-roman zijn, beweerde literatuurwetenschapper Maarten van Buren (UU) onlangs in een gesprek bij het radioprogramma ovt. Hij deelt het boek in twee delen op. Het eerste deel is de zoektocht van de hoofdpersoon naar het katholieke ‘la France Profonde’. De mistroostige hoofdpersoon François, hoogleraar in de Franse letterkunde, vlucht voor het aanstaande islamistisch regime naar het provinciale zuiden, naar het katholicisme. Hierin volgt hij de hang naar het katholicisme van Huysmans, van wie hij een kenner is. Het tweede deel behelst de gang naar een bekering tot de islam. Terug in Parijs wordt hij gepaaid naar de islam, om zodoende naar de inmiddels door de Saoedi’s opgekochte Sorbonne terug te kunnen keren.

Het eerste, pro-katholieke, deel moeten we volgens Van Buren zeer serieus nemen, terwijl het tweede, pro-islamistische, deel slechts een ironische provocatie zou zijn. Literatuurwetenschapper Liesbeth Korthals-Altes (RUG) waarschuwde in het radiogesprek tegen een vereenzelviging van de hoofdpersoon met (ons beeld van) de auteur. Zij was het deels met Van Buren eens, maar ziet meerdere, tegenstrijdige aspecten in de roman. Filosoof Maarten Doorman (UvA, UM) vond beide delen ironisch en zag het boek eerder als een provocatie van intellectuelen en academici.

In het spoor van Huysmans?

Het liberaal individualisme stelt de verteller gelijk aan egoïsme: het leidt tot gebroken gezinnen, tot eenpersoonshuishoudens, tot een dalend geboortecijfer. Daarmee doet deze ‘babyboomer-ideologie’ zich demografisch de das om. Rechts-radicalisme en (her)islamisering zijn hier een reactie op: men verlangt naar het huiselijk gezin, met de man aan het hoofd en een dienende, zorgzame vrouw, die in de bedstee af en toe voor hoer weet te spelen.

Hoe serieus gaat François de identitaire of katholieke kant op? François bezoekt het bedevaartsoord Rocamadour,1 waar hij elke dag enige minuten voor de zwarte madonna zit. Maar na twee weken is het uitgewerkt: het katholicisme is niet in staat om hem te helpen. En impliciet: het is ook niet in staat om Frankrijk te helpen.

Later gaat hij naar het klooster in Ligugé, waar Huysmans woonde. Hij is een kenner van Huysmans, de eind negentiende-eeuwse estheet die zich tot het rooms-katholicisme bekeerde. Over diens katholicisme kan men zo zijn twijfels hebben:

“Anderzijds, praktisch gezien, had die terugkeer [naar het Kerk] geen grote offers van hem gevergd: met de status van oblaat die hij in Ligugé had mocht hij buiten het klooster wonen; hij had zijn eigen dienstmeid, die de gerechten uit de burgerlijke keuken voor hem klaarmaakte die in zijn leven zo’n grote rol hadden gespeeld; hij had zijn bibliotheek, en zijn pakjes Hollandse tabak.”

François vlucht al na drie dagen weg uit Ligugé. Het spoor van de TGV vlak bij het klooster verstoort de rust, maar het zit hem vooral dwars dat hij niet op zijn kamer mag roken, terwijl het te koud is om het raam te openen. Net als bij Huysmans is de flirt met het katholicisme dus ambigu: hij bezoekt kerken en kloosters, maar wenst zinnelijke verlangens (drank, sigaretten) niet op te geven. Bovendien zegt hij in het begin al: de ‘spirituele snaar moet bij mij echt haast onbestaand zijn’ (Onderworpen 76). Er zit niet erg veel pit in de flirt en op geen enkel moment overweegt hij een bekering. Ook niet ironisch.

Hij gaat naar Rocamadour om te ervaren hoe groot de christelijke Middeleeuwse beschaving was. Dus niet zo zeer om katholiek te worden, maar als voorspiegeling van wat een hernieuwd Europa zou kunnen worden. Deze hernieuwing ziet hij niet uit katholieke of identitaire hoek komen: slechts de nieuwe islamistische president Frankrijk belooft zulk élan. Hij ziet zelfs een nieuw optimisme, wat Frankrijk sinds de naoorlogse Trente Glorieuses niet heeft gekend.

De excursies naar het katholieke Frankrijk bewijzen geen pro-Le Pen neigingen. Weliswaar deelt de hoofdpersoon de rechts-radicale kritiek op het liberalisme, zoals ook in eerdere boeken van Houellebecq, maar hij constateert dat het christendom niet in staat is om voor een alternatief te zijn:

“Door al het gekoketteer, gevlei en schandelijk geflikflooi van de progressieven was de katholieke Kerk niet meer bij machte om zich te verzetten tegen het zedenverval. Om helder en krachtig het homohuwelijk, het recht op abortus en vrouwenarbeid te verwerpen. We moesten ons bij de feiten neerleggen: nu West-Europa zo’n weerzinwekkende graad van ontbinding had bereikt, was het niet meer in staat zichzelf te redden – net zomin als het antieke Rome dat was geweest in de vijfde eeuw van onze jaartelling.”

Dit is natuurlijk (heerlijk) overdreven, maar niet een ironisch pleidooi voor het katholicisme dat we in feite serieus moeten nemen, zoals Van Buren beweerde.

Naar een bekering tot de islam?

“Voor het eerst van mijn leven was ik aan God gaan denken, serieus het idee gaan overwegen van een soort Schepper van het Al die al mijn bewegingen in de gaten hield, en mijn eerste reactie was heel duidelijk: niets meer of minder dan angst.”

Anders dan tot het katholicisme, overweegt François echter wel een bekering tot de islam. Waarom? Overwegingen van metafysische aard spelen nauwelijks een rol. Hij was nooit een overtuigd atheïst geweest. Belangrijker is dat de Saoedi’s de Sorbonne-universiteit(en) hebben overgenomen en zij zouden hem financieel vorstelijk gaan betalen. Het sterkste argument voor hem is echter het vooruitzicht om een of meer vrouwen te ‘krijgen’ – duidelijke een pluspunt boven het katholicisme. Hij verlangt naar een moederlijke vrouw die goed voor hem kan koken (‘stoofpotjesmoeder’) en een jongere vrouw voor seksuele pleziertjes. En het verwachte alcoholverbod blijkt, althans voor de hogere kringen, niet zo strikt te gelden. Maar: hij overweegt het slechts, want het slothoofdstuk is in de aanvoegende wijs geschreven. Het is open of hij ook daadwerkelijk deze stap zou zetten.

Overeenkomst identitair en islam

Een bijdehante lezer van de eerdere boeken van Houellebecq zal hebben opgemerkt dat de kritiek op de generatie ’68 (de babyboomers) niet slechts als rechtse kritiek, maar net zo goed als islamistische kritiek klinkt. Het is deze uitdaging die Houellebecq in dit boek aangaat. In vorige boeken werd gespeeld met een genetische aanpassing van de mens (Elementaire deeltjes en vooral Mogelijkheid van een eiland) als oplossing , in dit boek met de islam als oplossing. Dit is een provocatie van gelijkgestemde antiliberalen, omdat de schrijver zich eerder kritisch over godsdienst, en islam in het bijzonder, heeft uitgelaten.

Als argument voerde Van Buren onder andere aan dat Le Pen het boek enthousiast heeft ontvangen. Ik denk echter onterecht, want het boek stelt juist een sterke overeenkomst voor tussen de rechts-radicale ideologie en de politieke islam.

Allereerst wordt de clash tussen beide genuanceerd. De nieuwe president Ben Abbes onderdrukt het katholicisme niet, maar zoekt juist toenadering. Links-liberale atheïsten zijn z’n echte tegenstanders. Daarnaast pleit hij voor een nieuwe economische ordening, het distributivisme, dat door katholieken is bedacht, gebaseerd op de sociale leer van de RK-kerk.

Ten tweede blijken genoemde bekeerlingen vroeger rechts-radicale ideeën erop na te hebben gehouden. De belangrijkste is de nieuwe, islamistische rector Rediger. Hij was eerder verzeild in identitaire kringen en probeert nu François te bekeren tot de islam. Deze Rediger baseert zich op (niet-fictieve) Guénon: een katholiek van geboorte, die zich tot de islam bekeerde en met extreem-rechts wordt geassocieerd. Daarnaast vermeldt het boek dat de secretaris-generaal van het Belgische Moslimbroederschap een voormalige identitair is. Hetzelfde geldt voor François’ naaste collega Steve, die wel met een bekering zijn baan aan de universiteit had behouden.

Tenslotte ontdekt François dat Rediger in een artikel expliciet wijst op de overeenkomst tussen zijn voormalige identitaire ideeën en zijn huidige islamistische:

“(..) maar het hele artikel was een enorme vrijage met zijn voormalige traditionalistische en identitaire kameraden. Het was tragisch, betoogde hij vol vuur, dat zij door een irrationele vijandigheid jegens de islam niet zagen wat toch klip en klaar was: dat ze het in de kern van de zaak volledig eens waren met de moslims. Over de afwijzing van het atheïsme en het humanisme, over de noodzakelijke onderworpenheid van de vrouw, over de terugkeer van het patriarchaat: ze voerden op alle punten precies dezelfde strijd.”

Conclusie

De bewering dat deze bekering slechts ironisch is en dat Houellebecq juist het rechts-radicale schrikbeeld van de islamisering van Europa schetst, loopt dus spaak door de nadruk die hij legt op de overeenkomst tussen de rechts-radicale ideeën en de islamistische. Het boek is  allereerst een provocatie van de rechts-radicalen en babyboomercritici, inclusief (de jongere) Houellebecq zelf. De hoofdpersoon deelt de (onrealistische)2 angst voor islamisering en de rechts-radicale kritiek op het humanisme en individualisme, maar daarmee is het boek niet pro-Le Pen. Le Pen afficheert zich als anti-islamitisch, terwijl het boek – provocerend – wijst op de overeenkomst tussen de identitaire kritiek en de islamistische kritiek op het Westen. Of de verkenning van deze oplossing ironisch is of niet, doet er dan minder toe.

Noten

  1. Op basis van de uitslagen van de presidentsverkiezingen in 2017  is Rocamadour niet echt Le Pen-gebied te noemen: ze werd in de eerste ronde pas vierde (Rocamadour, dept. Lot), ze won de eerste ronde wel in de hele zuidelijke regio Occitanië.
  2. Alleen al omdat het een onwaarschijnlijk scenario is. Het daadwerkelijke aantal moslims wijkt nogal af van wat mensen denken (althans volgens een onderzoek van Ipsos in het NRC): in 2010, in Frankrijk 7.5%, in Nederland 6%. Een islamistische president van Frankrijk in 2022 is daarmee niet waarschijnlijk.

Bibliografie

Michel Houellebecq, Soumission (2015), vertaald door Martin de Haan als Onderworpen (2015)