(Let op: spoilers)
De hoofdpersoon in de boeken van Michel Houellebecq is meestal een vreugdeloze, trieste, gedeprimeerde, libidineus gefrustreerde, eenzame en ideologisch indifferente cultuurpessimist. De verbinding van het eigen ongeluk met een pessimistische cultuurkritiek heeft vaak een zeer geestig effect. Alsof iedereen onvermijdelijk net zo slecht gestemd is als de ik-persoon.
Oplossingen
Nadat Houellebecq in zijn eerste boek Extension du domaine de la lutte (1994, De wereld als markt en strijd) het leven van een dergelijke protagonist heeft geschetst, bevatten de volgende boeken elk een verkenning van een oplossing.
In Les Particules élémentaires (1998, Elementaire deeltjes) legt Michel de wetenschappelijke grondslag voor de eliminatie van liefde door de introductie van klonen als methode van reproductie. Het wordt gepresenteerd als oplossing voor de tegenwoordig gefnuikte hunkering naar liefde, zoals zijn broer Bruno die zoekt in gefrustreerde seksuele uitspattingen. De seksuele revolutie is uitgelopen op een samenleving van kapitalistische en seksuele strijd tussen individuen die net als elementaire deeltjes niet in staat zijn tot contact. De oplossing in dit boek is een wetenschappelijke transformatie van de mens als een door klonen reproduceerbare, niet-individualistische klomp elementaire deeltjes. Deze oplossing wordt herhaald in La Possibilité d’une île (2005, Mogelijkheid van een eiland), maar niet zozeer langs wetenschappelijke weg maar eerder door een kloonsekte in de stijl van de Raëlians – waar we overigens sindsdien niets meer van vernomen hebben.
In Plateforme (2001, Platform) wordt de oplossing van schaamteloos sekstoerisme overtroffen door een authentieke, geslaagde liefdesrelatie. Beide worden echter verstoord door aanslagen van islamitische terroristen. De kritiek op de islam in het boek en door de auteur in interviews ‘zorgde voor ophef’, ‘deed veel stof opwaaien’.
La Carte et le Territoire (2010, De kaart en het gebied) is de minst sterke roman in dit opzicht. De postmoderne kunst kan van de ondergang van het Avondland in beeld getuigenis afleggen.
Botsing der beschavingen
Met de aankondiging van Houellebecqs nieuwe titel Soumission (2015) leken de stemmen in de media, als altijd belust op sensatie, een nieuwe (vermeend) anti-islamitische roman á la Plateforme te verwachten. Als we dit boek lezen als een verkenning van een oplossing voor de volgens de protagonist onleefbare westerse maatschappij, dan is deze oplossing de onderwerping, de islam.
De hoofdpersoon François is een licht gedeprimeerde universitair docent met de werken van Huysmans als zijn specialisme. Hij heeft seksuele relaties met studentes; relaties die de levensduur van een collegejaar hebben: tegen het einde van het jaar laten ze hem onvermijdelijk weten ‘een ander’ te hebben ontmoet. Zijn universiteit Parijs III – Sorbonne wordt overgenomen door een rijke Saoedi, waarna joden, ongesluierde vrouwen en niet-islamitische docenten voortaan van de universiteit worden geweerd. Ook François krijgt zijn congé, met vol pensioen. Collega’s bekeren zich; alles zonder morren.
Frankrijk staat voor eenzelfde dilemma als François, als ondertussen in de strijd om het presidentschap, het boek speelt enige jaren in de toekomst, Marine Le Pen van het Front National het opneemt tegen Mohammed Ben Abbes van het ‘gematigde’ Fraternité Musulmane. Gezien de daarmee gepaarde maar in de Franse media grotendeels verzwegen gewelddadigheden tussen extreem-rechts en islamisten rekenen sommigen op een burgeroorlog. François vertrekt uit voorzorg naar het platteland, met teleurstellend uitstapje naar de abdij waar de voorheen decadente estheet Huysmans als oblaat heeft gewoond na zijn bekering tot het katholicisme.
Onderwerping
Door de andere partijen (PS, UMP) te overtuigen zijn kant kiezen wint Ben Abbes het presidentschap. Polygamie wordt toegestaan, criminaliteit in de voorsteden neemt af, de werkloosheid daalt (vrouwen verlaten werk vanwege gezinssubsidie), het nationale budget komt in evenwicht dankzij de Arabische oliedollars en de joden zijn reeds naar Israël gevlucht. Dan volgt een verrassende wending in het boek, want je ziet al helemaal voor je hoe de hoofdpersoon eenzaam drinkend de ondergang van zijn land in een burgeroorlog tussen extreem-rechts en islamisten van depressief commentaar voorziet. Maar Frankrijk neemt net als François de veranderingen berustend op. Je kunt zeggen: Frankrijk onderwerpt zich. Allerlei mensen die in hun jeugd met het extreem-rechtse Bloc Identitaire verbonden waren, zoals de nieuwe rector van de universiteit, stappen over naar collaboratie met het nieuwe gezag en krijgen een mooi huis, een kleine harem van vier vrouwen, maatschappelijke succes.
François is geen estheet zoals Huysmans, maar een academicus; toch voltrekt zich een parallel: hij ziet zo’n leven wel zitten. De rector overtuigt hem met simplistische argumenten, zoals dat het universum zo mooi in elkaar zit. En dat Nietzsche zich zo positief – ook negatief trouwens, maar dat laat hij weg – over Mohammed en de islam had uitgelaten. Anders dan het christendom of het boeddhisme die de materiële wereld verwerpen als zonde of als lijden, wordt in de islam deze wereld geheiligd, aldus Nietzsche. Vier vrouwen en een suikerfeest in plaats van celibataire ascese. Deze sterke, wereld-beamende moslim heeft als taak à la Nietzsches aristocratische Übermensch over de zwakken en behoeftigen te heersen en deze te verzorgen.
Conclusie
Het is merkwaardig dat de overeenkomst tussen Houellebecqs kritiek op de liberale, geïndividualiseerde samenleving en de islamitische kritiek op het ‘decadente westen’ niet eerder is opgevallen. Toch moet het boek vermoedelijk niet gelezen worden als een oproep tot bekering tot de islam. Nietzsche haakte duidelijk aan op een geromantiseerd, ‘oriëntalistisch’ beeld van de islam als een religie van stoere krijgers met verleidelijke harem. Dit ideaalbeeld is op zijn hoogst aanlokkelijk voor de niet-joodse, gefrustreerde mannen zonder sterke overtuigingen. Als elk ideaalbeeld valt het in de praktijk nogal tegen. Verzwegen wordt wat niet zo ideaal is: de beperking van de vrijheden, intimidatie en geweld, de onderdrukking van joden, vrouwen, homo’s, enz. Nietzsche zag namelijk Mohammed ook als een sluwe manipulator, die met het beeld van het paradijs na de dood machtspolitiek bedreef. Het boek Soumission is niet zozeer, of niet alleen, voor of tegen de islam, maar is wederom een kritiek van het hedendaagse Frankrijk. Een vergelijkbaar boek met de overwinning van Marine Le Pen, met de hoofdpersoon die overstapt op het door het grootkapitaal gefinancierde, anti-islamitische nationalistische katholicisme, zou ook mogelijk zijn geweest. Houellebecq schetst vooral de lusteloze, berustende onderwerping, de politiek correcte media, de berekende collaboratie. Net zo gemakkelijk onderwerpen de academici zich in de imaginaire toekomst aan het wahabisme van de nieuwe Saoedische geldschieter, als vandaag aan de economische mobilisering van de universiteit.
Bibliografie
Michel Houellebecq, Soumission (2015)