Het heilig vuur is uitgedoofd

Heilig vuur: religie en spiritualiteit in de moderne kunst

Het wegens eindeloze verbouwingen dakloze Stedelijk Museum Amsterdam is neergestreken in de Nieuwe Kerk met de tentoonstelling ‘heilig vuur: religie en spiritualiteit in de moderne kunst’.

Een punt scoren ze meteen goed: geen teksten op priegelige kaartjes naast het werk en gelukkig al helemaal geen audiotour die maakt dat mensen zonder ommezien rondlopen en de ganse tijd tegen je op botsen. Je krijgt een boekje met nummers, alhoewel de volgorde soms niet logisch overeenstemt met de gang in de zalen.

Kunst en religie

De titel van de tentoonstelling suggereert een enorme opgave. Hoe manifesteren religie en spiritualiteit (blijkbaar iets verschillends) zich in de moderne kunst? Het boekje vertelt ons dat de tentoonstelling wil laten zien dat, ondanks dat de moderne kunst autonoom is geworden, de moderne kunst niet geïsoleerd is en banden heeft met de religie. Over de aard van de verbinding wordt niet verder uitgeweid. Deze blijkt echter vrij eenvoudig te onderscheiden:

  1. In de verwijzing. De kunstenaar heeft beelden of verwijzingen naar de christelijke religie in zijn werk opgenomen. Meestal op een originele dwz. verwrongen manier.
  2. In de uitleg. De kunstenaar maakt abstracte werken waarin je niets herkent en hij geeft er een zweverige uitleg bij. Hij is veelal theosoof.

1. In de verwijzing

  • Thierry de Cordier tekende een Christus met een erectie, een Maria als een vrouwelijk geslachtsdeel.
  • Marlene Dumas schilderde een contour van een Jezus aan het Avondmaal, zonder gasten, met foetussen zwevend boven zijn eenzame hoofd.
  • Arnulff Rainer zaagde een kruis uit en kliederde daar dikke lagen verf op.

Blijkens de beschrijvingen zijn deze kunstenaars meestal zelf niet religieus, maar wel in een religieus milieu opgegroeid. Hun gebruik van de religie is het overnemen en verwerken van christelijke beelden – en onvermijdelijk ook enkele joodse. Buiten het (zeer beperkte) shock-effect is hun gebruik van religieuze beelden niet anders dan het gebruiken van andere beelden, zoals beelden uit de Griekse mythologie of de reclame. De beelden worden niet gebruikt om iets christelijks of religieus te laten zien, maar juist iets anders, zoals lichamelijkheid of geboorte en dood.

2. In de uitleg

  • Mondriaan is het bekendste voorbeeld: een wit vlak met zwarte lijnen en gekleurde blokken krijgt een theosofische uitleg, waar je geen enkele chocola van kunt maken.
  • Barnett Newman is die man van de egaal gekleurde vlakken. Bij sommige, zoals The Gate (plaatje rechts), heeft hij daar een vage, mystiek uitleg bij over de weg naar het goddelijke.
  • Joseph Beuys, die vroeger als groot kunstenaar gold, legde een stuk vilt met vet in een doos karton. Dit ontzettend gore werkje gaf hij een mythische betekenis, omdat ooit Tartaren hem met vilt en vet het leven hadden gered.
  • Het bontste maakte Daan van Golden het. Hij schilderde het patroon van een tafelkleed en van een zakdoekje na en bedeelt het zenboeddhistische werkingen toe.

Bij deze werken zie je de religieuze bijbetekenis er niet van af. In sommige gevallen doet het door zijn belachelijkheid afbreuk aan het werk (Mondriaan), in andere gevallen probeert de kunstenaar knollen (tafelkleden) voor citroenen (kunstwerken) te verkopen. Opvallend is dat Malevich de enige van dit type is die een christelijke uitleg geeft, alle anderen zijn in de waan van de theosofie, spiritisme of sjamanisme of zij hebben een keer een zenboeddhistische tempel in Japan bezocht.

Kunst en religie?

De verhouding die de tentoonstelling tussen religie en moderne kunst aan het licht brengt is dus de volgende.

  1. De moderne kunst maakt gebruik van en verwijst naar christelijke beelden om iets niet-christelijks te laten zien. De religie is leverancier van beelden gelijk elk ander fenomeen dat men tegenkomt. Het religieuze beeld is instrumenteel aan het beeld van het werk, waarbij het specifieke religieuze van de beelden niet of nauwelijks ter zake doet.
  2. De moderne kunst maakt abstracte werken die men wanhopig een spirituele (dwz. niet traditioneel christelijk) betekenis tracht te geven, wat echter niet is terug te zien. De kunst wordt iets spiritueels opgedrongen, meestal zonder succes en ten koste van de kunst. Dit spirituele beklijft niet (wie is er nou nog theosoof?).

Conclusie

De tentoonstelling toont dat kunst en religie verbonden zijn. Maar het toont ook dat de moderne kunst er (nog) niet in slaagt om het religieuze van de religie in de kunst te tonen, zoals de traditionele, niet-autonome kunst voor de traditionele religie dat wel deed. Of er wordt slechts van religieuze beelden gebruikt gemaakt, waarbij het religieuze ervan buiten beeld blijft. Of men tracht een moderne poging tot religie (spiritualiteit) zonder succes aan de kunst op te dringen. De moderne kunst weerspiegelt de crisis van de religie in de moderne maatschappij. De oude vormen zijn opgebrand, nieuwe vormen zijn betekenisloze hypes. Ook de moderne kunst weet zich geen raad met wat de kern van de religie is, of zou moeten zijn, of zelfs zou kunnen zijn.