Mocht je wensen na te denken bij muziek, dan moet je denken bij het ongehoorde wat er in de muziek en wellicht bij de luisteraar gebeurt, bij jouw ervaring van de muziek. Muziek laat zich echter moeilijk onder woorden brengen. Tenminste, de ervaring van de muziek, want over muziek is voldoende geschreven.
Het denken woont in de taal. Om te denken bij de muziekervaring heb je taal nodig. In gangbare teksten bij muziek gaat men de ervaring zelf uit de weg. Het zich onttrekken aan de muziekervaring vindt zijn weerslag in de taal van deze teksten. In programmaboekjes bij concerten tref je allerlei soorten teksten aan. Ik dis hier een willekeurige, niet uitputtende lijst op.
Biografie
De veiligste en gemakkelijkste manier om bij een muziekstuk te spreken is er niet van en niet over te spreken, maar een korte biografie van de componist of uitvoerende te geven. Bij de componist vertel je iets over zijn levenswandel, je citeert kenmerkende uitspraken en je haalt leuke anekdotes op (waar of niet, maar se non è vero…). Misschien kun je zijn bekendste werken typeren en hoe die ontvangen werden, hoe slechter, des te vermeldenswaardiger (ha ha, kortzichtige tijdgenoten). Bij de musici noem je de genoten opleiding, de gevolgde masterclasses bij deze of die beroemdheid en de gewonnen prijzen. En dit schrijf je niet allemaal zelf, maar pluk je zo van internet:
Pianist en musicoloog Ralph van Raat studeerde piano aan het Conservatorium van Amsterdam bij Ton Hartsuiker en Willem Brons, en Muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Beide studies sloot hij ‘Cum Laude’ af. Ook studeerde hij bij Claude Helffer (Parijs), Liisa Pohjola (Helsinki), Ursula Oppens (Chicago’s Northwestern University) en Pierre-Laurent Aimard (Musikhochschule Köln). Van Raat won een groot aantal prijzen bij zowel nationale als internationale concoursen. Hij treedt op als solist met orkesten in binnen- en buitenland en geeft solorecitals. Ralph heeft een exclusief opnamecontract bij Naxos, en is in 2003 benoemd tot Steinway Artist.
(Bron: ralphvanraat.com)
Anderen zeggen
Een manier om wel iets maar zelf niets te zeggen van een concert is om anderen aan het woord te laten. Allereerst het ‘men’:
John Cage staat vooral te boek als de componist die de intuïtie en het toeval in de westerse muziek bracht. Hij geldt ook als de ‘uitvinder’ van de geprepareerde piano. Als zijn meesterwerk op dit vlak worden zijn Sonates and Interludes uit 1948 beschouwd.
(Bron: toelichting bij genoemd concert in het Muziekgebouw 17 nov. 2012 [1])
De schrijver pint zich niet vast, men zegt dit allemaal: John Cage ‘staat te boek als’, hij ‘geldt als’ en dit werk ‘wordt als meesterwerk beschouwd’.
Een tweede manier om zelf niets te zeggen is een musicus of de componist zelf aan het woord te laten middels een gevat citaat.
Feldman noemde het werk niet voor niets een ‘nachtmerrie’.
(Bron: toelichting bij Feldman, Tweede Strijkkwartet door het Ives Ensemble, Muziekgebouw 3 okt. 2012 [2])
Historische plaatsbepaling
Je vergelijkt het werk met ander werken of de componist met andere componisten en probeert hem in een stroming in te delen. Of, eigenlijk gebruikelijker: je ontzegt hem de stroming waaraan ‘men’ hem toewijst. Deze manoeuvre doet de verteller intelligenter en genuanceerder lijken:
In zijn vroege werken spelen vooral toeval en vormen van herhaling een grote rol, zoals in Structures voor strijkkwartet uit 1951. Hoewel Feldman om die reden vaak als ‘minimalist’ is omschreven, heeft zijn werk niets te maken met de minimal music van Steve Reich, Philip Glass en consorten.
([2])
Het is niet minimal zoals bij Reich ‘en consorten’ (in het citaat zo subtiel als pejoratief opgevat), maar dat hoorde je zelf na een minuut ook al.
Beschrijving
Voor een commentator op de treurbuis dreigt de valkuil te zeggen wat de kijker ook ziet: ‘De sint stapt aan wal’, ‘Een aanval van Vinokoerov’, ‘Strafschop’. Zo beschrijft een toelichting bij een muziekstuk wat je hoort.
De Sonate in E gr.t., K 380 is echter van de melancholieke soort. Hier klinken de hoornsignalen, die bij Scarlatti altijd verwijzen naar feestelijke jachtpartijen, van verre en zacht. Het tempo ligt laag – het feest lijkt al een herinnering.
(Bron: programmaboekje Jubileumconcert Meesterpianisten Concertgebouw 11 mrt. 2012)
De hoornsignalen zal men allicht herkennen (hoezo verwijzen die altijd naar jachtpartijen? hoe weet je dat?), net als het lage tempo.
Genres
Je hoort zaken die je al kent: marsen, Javaanse gamelans en de onvermijdelijke volkswijsjes.
Het werk omvat een breed scala aan stemmingen en genres, zoals een mars, een pastorale of een wals. In het stuk komt ook Hindemiths vertrouwdheid met de Middeleeuwen tot uitdrukking.
(Bron: foldertje Hindemith, Ludus Tonalis door Klaas Trapman in de Brucht 12 feb. 2012)
Meestal herken ik zulke genres niet, maar ik ben dan ook niet zo vertrouwd met de Middeleeuwen.
Typering van de stemming
De moedigste uitspraken, hoewel kort en in clichés, betreffen vaak de typering van de stemming van het muziekstuk. Niet per se de stemming van de luisteraar, maar het stuk zelf. (Muziek produceert geen ervaring, maar is de ervaring).
Het resultaat is een vrij meditatief werk vol ongebruikelijke klanken uit de vleugel die inderdaad [?] doen denken aan oosterse instrumenten en sferen. De improvisatorische cadans van de Indiase raga en de sfeer van de Javaanse gamelan zijn niet ver weg.
([1])
Met een betiteling als ‘meditatief’ of (erger) ‘Zen’ schiet je echter niet zo veel op. Het betekent niet veel meer dan rustig, met stiltes.
Compositie
Het spreken van de ervaring van de muziek is ten slotte te vermijden door louter compositorische opmerkingen te maken.
Er is geen ontwikkeling in de traditionele zin, geen contrapunt, geen thema’s die zich ontwikkelen. Wel zijn er akkoordgroepen die zich herhalen en af en toe terugkeren, korte melodische fragmenten, toonclusters, herhalende pendelbewegingen tussen twee noten en iets dat lijkt op een thema dat bij vlagen terugkeert.
([2])
Tot slot
Ik heb in programmaboekjes geen tekst kunnen vinden die de muzikale ervaring zelf onder woorden weet te brengen.
– Maar kan dat wel? Wat verwacht je eigenlijk? Een ervaring is toch onuitputtelijk, nooit direct en geheel in woorden te vatten. Zeker niet in een programmaboekje.
In de hedendaagse muziek is nog veel ongehoords en dus ongedachts te horen. Zoals Heidegger zei van Paul Klee: ‘Er is daar iets aangekomen wat wij nog geen van allen zien’ (geciteerd in Gerard Visser, Druk van de beleving, p.308).
– Beckett: ‘All of old. Nothing else ever. Ever tried. Ever failed. No matter. Try again. Fail again. Fail better.’ (Worstward Ho)
Laten we (weer) eens een poging wagen…