Nietzsches zelfoverwinning

In de filosofie onderscheidt men allerlei soorten ethiek: deugdethiek, stoïcijnse ethiek, plichtsethiek, rationalistische ethiek, enzovoort. Nietzsche zette zich af tegen ‘de moraal’, toch bepleit hij een bepaalde houding die ik de ethiek van de zelfoverwinning noem. Eerst gaat deze houding louter Nietzsche persoonlijk aan, later de hele mensheid.

Zelfoverwinning bij Nietzsche

In Nietzsches werk en brieven spreekt hij hier en daar van iets of zichzelf overwinnen. Het lijkt me gewoon taalgebruik, om een ander te steunen bij tegenslag, zoals men tegenwoordig zegt dat iets een uitdaging is. Het substantief ‘zelfoverwinning’ (Selbst-Überwindung) krijgt meer gewicht wanneer zijn vriend Erwin Rohde hem ‘duivelskunstenaar van de zelfoverwinning’ (Tausendkünstler der Selbst-Überwindung, BVN-1882, 358) noemt. ‘Zelfoverwinning’ wordt een woord van persoonlijke betekenis. Nietzsche beschouwt de zelfoverwinning als zijn grootste kracht. Het is een soort ascese, maar – uiteraard – betekent dat bij hem ‘iets anders dan bij anderen’ (BVN-1882,366).

Vervolgens noemt hij als ‘achtergrond van elk woord’ van zijn Also sprach Zarathustra: een ‘persoonlijke beleving, een zelfoverwinning van de hoogste rang’ (BVN-1883, 459). In een notitie noemt hij de zelfoverwinning van Zarathustra in deel III het voorbeeld voor de zelfoverwinning van de mensheid ’ten gunste van de Übermensch’ (NF-1883, 16[37]). De zelfoverwinning is dus niet meer louter een persoonlijke kracht van Nietzsche, maar een opdracht voor de gehele mensheid. In een van de vele boekplannen verschijnt ‘De zelfoverwinning van de mens’ als vierde hoofdstuk van Die ewige Wiederkunft (NF-1884, 27[80]).

Het leven als zelfoverwinning

Achter deze ethiek van de zelfoverwinning zit, zoals bij elke ethiek, een ontologie. Het leven zelf is voor Nietzsche namelijk zelfoverwinning (NF-1883,18[49]). Het leven is willen, worden, wil tot macht, zichzelf overwinnen ( NF-1887, 7[54]). In een hoofdstuk van Also sprach Zarathustra laat Nietzsche het leven zelf aan het woord:

Und diess Geheimniss redete das Leben selber zu mir. „Siehe, sprach es, ich bin das, was sich immer selber überwinden muss. (ASZ II, Von der Selbst-Ueberwindung)

In tegenstelling tot gangbare ethiek zegt het leven geen einddoelen te willen, maar strijd en macht, zelfoverwinning.  Het leven kent geen intrinsieke, hogere waarden. Waarden zijn er slechts om sterker te worden en om ze vervolgens te overwinnen. Waarden worden overwonnen ten gunste van andere waarden, enzovoort. Het gaat het leven niet om de doelen of waarden, maar om de zelfoverwinning. Waarden zijn mogelijkheidsvoorwaarden voor het uitbreiden van de levenskracht en uiteindelijk voor de overwinning van diezelfde waarden.

Dit is Nietzsches antwoord op het nihilisme. Nihilisme betekent: er zijn geen hogere waarden, er is geen hogere zin aan het leven. Positief bevrijdt het nihilisme het leven van de noodzaak tot een vaste hogere waarde (zoals God, vaderland, gezin of solidariteit). Want het gaat niet om de waarden, maar om de zelfoverwinning van het leven. Het nihilisme maakt deze verplaatsing van het zwaartepunt, van waarden naar het leven zelf, pas mogelijk. Het leven hoeft niet meer te lijden onder een moraal die het ongelukkig maakt. Zoals de christelijke moraal grote geesten heeft verziekt (Nietzsche noemt bijvoorbeeld Pascal).

Het leven moet dus zijn bestaande waarden overwinnen. Waarom?

Was heisst Leben? — Leben — das heisst: fortwährend Etwas von sich abstossen, das sterben will; Leben — das heisst: grausam und unerbittlich gegen Alles sein, was schwach und alt an uns, und nicht nur an uns, wird. Leben — das heisst also: ohne Pietät gegen Sterbende, Elende und Greise sein? Immerfort Mörder sein? — Und doch hat der alte Moses gesagt: „Du sollst nicht tödten!“ (FW I 26)

Leven betekent voortdurend iets van zich afstoten dat sterven wil. Leven is een strijd tegen de vergankelijkheid (tegen toenemende entropie) en dus ook een strijd tegen capitulatie in deze strijd, tegen de ‘decadente’ vermoeidheid.

Heidegger: zelfoverwinning als Machenschaft en de mogelijkheid van Gelassenheit

Het is niet moeilijk Nietzsches ethiek van de zelfoverwinning als een ronkende zelfhulptechniek voor professionals – en gewetenloze bankiers – voor te stellen. Dat lijkt pertinent onjuist, maar toch niet helemaal. Heidegger zag Nietzsches begrip van het leven als wil tot macht, dwz. als zelfoverwinning een ‘voorvorm’ van de hedendaagse Machenschaft. In onze epoche vordert de mens over de hele aardbol de grondstoffen op om er voorwerpen van te produceren en die wereldwijd beschikbaar te stellen. De techniek, economie en wetenschap staan in het teken van Bestandssicherung, Vergegenständlichung, Machenschaft. In een woord: het Ge-stell. Zoals het leven bij Nietzsche niets geeft om de waarden per se, maar alles om de eigen zelfoverwinning, zo geeft het Ge-stell niets om de producten per se, maar alles om de bestendiging en uitbreiding van zichzelf. Het individu wil persoonlijke groei, de politicus wil economische groei. Het maakt niet uit hoe en waarmee. De producten van vandaag zijn morgen verouderd. Producten zijn middelen tot groei, zoals waarden bij Nietzsche middelen tot zelfoverwinning van het leven zijn. Willen is ‘boven zichzelf uit willen’, is zichzelf overwinnen willen.

– Maar, terwijl Heidegger het begrip van zelfoverwinning betrekt op dingen, betrekt Nietzsche het vooral op het innerlijk. Het gaat Nietzsche om het leven, niet de dingen. Hij is een levensfilosoof, geen ontoloog.

Wat verstaat Nietzsche onder ‘leven’? Heidegger zou zeggen dat Nietzsche het innerlijk ook stellend denkt. Het individu is een ‘dividu’ dat omgaat met zijn innerlijke gevoelens zoals de ondernemer met zijn producten, namelijk als middelen in de strijd met het oog op accumulatie. namelijk als mogelijkheden om iets te overwinnen.

– Maar Heidegger zit in de vreemde situatie dat hij enerzijds van Gelassenheit spreekt en anderzijds de techniek (haast) totalitair voorstelt, waarvan alleen een god ons kan redden. Hoe is gelatenheid – bij hem vooral gelatenheid van het denken – mogelijk in een tijd van razende drukte om en druk tot maximalisatie? Maximalisatie van groei en geluk? Rustig de tijd nemen om te denken? – dat kost alleen maar tijd en levert niets op.

Wellicht zien we deze tweezijdigheid ook al bij Nietzsche. De vraag is: wat betekent ‘zelfoverwinning’ voor Nietzsche? Het gaat hem toch niet om economische maximalisatie, om technische heerschappij over de natuur? Want noemt hij de reductie tot economie niet de ‘Verkleinerung’ van de mens?

Nietzsche: alle belevenissen nuttig, alle dagen heilig

We zagen dat leven voor Nietzsche betekent: voortdurend afstoten van wat niet leven wil. We kunnen dit lezen als strijd tegen de toenemende entropie, of als een ethiek van zuivering. De zelfoverwinning van het leven als een zelfzuivering. Het motto van Die fröhliche Wissenschaft (1882) is een citaat van Emerson:

„Dem Dichter und Weisen sind alle Dinge
befreundet und geweiht, alle Erlebnisse nützlich,
alle Tage heilig, alle Menschen göttlich.“

De zelfzuivering van het leven beoogt een stemming waarin alle dagen heilig en alle mensen goddelijk zijn. De nuttigheid van de belevenissen is echter opnieuw ambigu: 1. nuttig in maakbare zin, namelijk nuttig voor het persoonlijke geluk, voor de omzetverhoging bij de Albert Heijn (koopbeleving), of 2. nuttig in zuiverende zin, namelijk nuttig voor verdere zelfoverwinning, zelfzuivering van het leven.

De ‘pathos van de distantie’, de stemming van afstand van de aristocraat tegenover de horige, is volgens Nietzsche voorwaarde voor

jenes Verlangen nach immer neuer Distanz-Erweiterung innerhalb der Seele selbst, die Herausbildung immer höherer, seltnerer, fernerer, weitgespannterer, umfänglicherer Zustände, kurz die „Selbst-Überwindung des Menschen“, um eine moralische Formel in einem übermoralischen Sinne zu nehmen. (NF-1885, 2[13])

Laten we de voor onze oren dubieus klinkende voorwaarde bezijden ons. De zelfoverwinning van de mens gaat om een innerlijke pathos van de distantie, om het uitbouwen van verstrekkende en omvangrijkere toestanden. Enerzijds kunnen we dit verstaan als de roes van de tevreden belevingsconsument die zich bevrijd meent van lastige en nare ‘slaven’-gevoelens zoals schuld en schaamte. Alles kan en mag als het maar leuk is; Enjoy! Het plezier van de belevenissen maakt de dagen heilig (nou ja, eerder ‘leuk’) en de mensen goddelijk (nou ja, eerder ‘leuk’).

Anderzijds kunnen we het lezen als een verwijding van de ziel. Alleen voor zo’n verwijde ziel kunnen de dagen echt heilig, de mensen echt goddelijk zijn. Een stemming die we ook beluisteren in Heideggers begrip Gelassenheit. In het begrip van het leven als zelfoverwinning is de ‘zelfoverwinning van de mens’ een ‘morele formule’ die we in ‘buitenmorele zin’ moeten verstaan (NF-1885, 2[13]). Verstaan we het als zelfuitbreidende wil tot macht, als de zichzelf stellende techniek, dan verstaan we het nog altijd in morele zin, hoewel op geperverteerde, deficiënte wijze. Het stellen van een hogere zin, die bij de ontdekking van de onzin van de hogere zin,is dan in het stellen van het stellen is doorgedraaid.

Dat betekent niet dat Nietzsche zelf daaraan ontkomt. Heideggers analyse houdt wat dat betreft stand. Maar Nietzsche hoorde in ‘zelfoverwinning’ meer dan Heidegger. De eerder geconstateerde ambiguïteit bij Heidegger is, anders dan Heidegger meent, dus op een andere wijze al in Nietzsches begrip van de zelfoverwinning te beluisteren.

Bibliografie

Alle citaten van Nietzsche zijn terug te vinden op http://www.nietzschesource.org.

BVN = Briefe, NF = Nachgelassene Fragmente

Tav. het citaat van Emerson: uit het oorspronkelijke citaat in het Engels is opvallend genoeg, in de Duitse vertaling of in Nietzsches citaat daarvan, de filosoof weggevallen:

“To the poet, to the philosopher, to the saint, all things are friendly and sacred, all events profitable, all days holy, all men divine.”

R. W. Emerson, History. In: Essays: First Series (1841) http://www.emersoncentral.com/history.htm.